woensdag 18 april 2018


Serenade

Ze komen vrijdagmiddag samen bij de ingang van het Sarphatipark. Twintig, vijfentwintig - het aantal groeit snel - dertig muziekvrienden. Jong, minder jong en een beetje op leeftijd. Ze schudden handen of omhelzen elkaar emotioneel. Er wordt hier en daar op bedrukte toon gesproken, maar vooral wezenloos gestaard. Ik leg het vast met mijn fotocamera. Om vijf uur zet het gezelschap zich in beweging en loopt de Tweede Jan van der Heijdenstraat in. Ik moet denken aan een stille fanfare met ingepakte instrumenten. Na 50 meter stopt de stoet. Men stelt zich op het smalle trottoir naast elkaar op. De instrumenten van de ritmesectie worden uit een bakfiets getild, saxofoons, trompetten en trombones uit hun koffers gehaald. Ik kijk omhoog naar het huis aan de overkant, zijn huis. Het raam op de derde verdieping staat open, maar daar is niemand te zien. Ik ben op zoek naar een hoog standpunt. Recht voor het betreffende portiek staan twee containers met bouwafval. Te riskant om op te klimmen. Het bouwhek is hoger, maar nóg riskanter. Ik bel aan bij de overburen op de tweede verdieping. Of ik vanuit hun woning wat foto’s mag maken. Na een korte uitleg openen zij de balkondeuren voor mij. Vanuit deze positie heb ik goed zicht op het raam aan de overkant. Ik schiet wat beelden van de zich voorbereidende muzikanten en het toestromende publiek. Dan verschijnt hij, ondersteund door zijn geliefden, in het open raam: de Italiaanse, Schotse, Nederlandse grootmeester Peter Guidi. De onvolprezen godfather van jong jazztalent is ernstig ziek. Een week eerder is Creutzfeldt-Jakob geconstateerd. Een mokerslag. Deze zeldzame hersenziekte leidt onherroepelijk tot een versneld einde. De verslagenheid onder zijn (oud-)leerlingen is groot en de hem resterende tijd kort. Het enige dat zij nog voor hun geliefde en gelauwerde orkestleider kunnen betekenen, is hem een muzikale hommage brengen. Dertig jaar stond hij aan het hoofd van de jazzafdeling van Muziekschool Amsterdam. Richtte de ene na de andere big band op. Mijn eigen saxofoniste Terra speelt al sinds haar negende in verschillende bands van hem, en zij is bijna achttien. Onder leiding van Peter Guidi werden ontelbare optredens gegeven op belangrijke podia in binnen- en buitenland, tot in New York aan toe. Tientallen prijzen getuigen van de successen. Een luid en lang aanhoudend applaus stijgt op uit de straat, meteen erna barst de muziek los. Krachtig en gepassioneerd. Uptempo stukken worden afgewisseld door gevoelige ballads. De bandleden hebben hun blik naar boven gericht en kunnen hun emotie nauwelijks beheersen. Voor het eerst - en het laatst - spelen zij voor hun geliefde held in het open raam. Met de energie die hij nog heeft neemt hij de serenade in ontvangst. Ik zoom in en leg memorabele momenten vast. Als ik terug beneden ben, zie ik de gezichten van aangedane omstanders, ze zoeken troost bij elkaar. De sfeer is van een grote droefheid en een indrukwekkende saamhorigheid. Gealarmeerde politieagenten kijken toe en constateren dat het goed is. Ik hoor een jochie vragen: ‘Papa, waarom maken ze muziek voor die meneer?’ De man antwoordt: ‘Ik denk dat hij jarig is.’ Het zoontje kijkt om zich heen. ‘Maar waarom huilen al die mensen dan?’ Ook ik verlies het van mijn emotie. Herinneringen strijden om het hardst. Met betraande ogen scherpstellen is ondoenlijk. Na een halfuur wordt de bijeenkomst afgesloten met een ovationeel en minuten durend applaus. De maestro wil van geen afscheid weten. Maar als hij uiteindelijk naar binnen wordt geleid, besef je dat je hem nooit meer zult terugzien. Gelukkig voor de achterblijvers is er het café om de hoek.

Terwijl ik bovenstaande aan het afronden ben, verneem ik dat Peter op dinsdag 17 april 2018 is overleden. Vier dagen na de serenade.
(c) Frans Lasès