Hersengebruik
Van de ene op de andere dag je vaste baan als videografisch
vormgever bij de NOS opzeggen zonder vervangend werk te hebben. Het is een impulsieve
daad slechts voorbehouden aan een gek of aan iemand die zijn hart volgt. Kennelijk
heb ik van beide wel iets. Als je vervolgens bij de telefoon vergeefs gaat zitten
wachten op opdrachten, en je bankrekening van kleur verschiet, is het tijd je
hersenen te gebruiken. Op een dag doe ik dat zelfs letterlijk. Een beetje uit
balorigheid teken ik hoofden met ontblote hersenen. Ik maak er een aantal variaties
op. Bij sommige laat ik het hoofd weg. Al schetsend doen mijn éigen hersenen
een trouvaille. Verrek! Bingo! Het resultaat prik ik tegen mijn studiowand en
laat het verder ongemoeid. Totdat vriend en collega R van R langskomt en mij
dringend adviseert ‘er iets mee te doen.’ Om hem niet teleur te stellen, ga ik tot
actie over. Ik bel een Twentse ondernemer in relatiegeschenken en laat hem weten
een steengoed idee te hebben. Nee, dat ga ik natuurlijk niet door de telefoon
prijsgeven. Omdat hij over twee dagen toevallig in Amsterdam moet zijn, vindt
hij het onzin als ik helemaal naar Enschede afreis. Hij stelt voor af te spreken
in het Hilton hotel waar hij steevast verblijft als hij voor zaken de hoofdstad
aandoet. Een ontmoeting bij snackbar Sabrina was mij liever geweest, want aan
geld ontbreekt het mij nu juist. In hoog tempo begin ik de ideekrabbel tot een
presentabel voorstel uit te werken. Op de afgesproken namiddag stap ik met mijn
mapje onder de arm lichtelijk onzeker het Hilton binnen. Hoe zal hij straks reageren?
Het is vrij druk in de lounge. Maar tussen de strakke pakken valt mij al snel
de aangekondigde groengeruite blazer op. Na een introductie over en weer, en een
door de blazer aangeboden whisky, is het moment suprême daar. Ik open mijn
mapje en toon hem de afbeelding van mijn braincap:
een hersenschors met een zonneklep. Niet meer en niet minder. ‘Doe snel dicht!’
is zijn onmiddellijke reactie. Schichtig kijkt hij om zich heen. ‘Heeft iemand
dit gezien?’ Dat is niet het geval. ‘Mooi! Ik geef je er vijf duizend gulden
voor. Wil je zelf de werktekening maken, of zal ik dat regelen?’ Omdat ik stiekem
problemen voorzie ten aanzien van de technische uitvoering, zeg ik dat graag
aan een ander over te laten. ‘Oké, wat jij wilt. Morgen staat het geld op je
bankrekening.’ Ik spring een gat in de lucht. Jaren later zal Hondje Herman vanaf
het zelfde hotel een sprong in tegengestelde richting wagen, maar dit terzijde.
De blazer blijkt niet te bluffen, daags erna kan ik over het geldbedrag
beschikken.
Ruim twee decennia verstrijken. Ondertussen verneem ik taal noch teken, noch van de man noch van de pet. Maar als ik niet zo lang geleden een boekenwinkel bezoek, valt mijn oog op het Handboek psychische stoornissen. En jawel! Als koper ervan krijg je - bij wijze van uitgeversgeste – een fraaie braincap erbij cadeau. Een pet die veel meer mensen zou passen.
Ruim twee decennia verstrijken. Ondertussen verneem ik taal noch teken, noch van de man noch van de pet. Maar als ik niet zo lang geleden een boekenwinkel bezoek, valt mijn oog op het Handboek psychische stoornissen. En jawel! Als koper ervan krijg je - bij wijze van uitgeversgeste – een fraaie braincap erbij cadeau. Een pet die veel meer mensen zou passen.
(c) Frans Lasès