zondag 14 februari 2016


Jas

Wanneer ik ‘s winters over straat loop, zie ik opvallend veel mensen mijn kant op kijken. Ooit beeldde ik mij hierdoor in een knappe verschijning te zijn. Of op z’n minst een bekende Nederlander. Inmiddels begrijp ik dat het mijn lange jas is die de aandacht trekt. Want:  vintage, forse imitatiebontkraag, alpaca. Bestand tegen elk weertype. Zo’n jas dus. Je ziet ze dezer dagen niet veel meer. Het is alweer mijn derde. Ik draag hem nu zo’n jaar of tien/twaalf. Elke herfst maakt de stomerij hem winterklaar. De eerste kocht ik begin jaren tachtig. Hij was donkerblauw en had een grijze kraag. De volgende was grijs, de kraag roodbruin. De huidige is beige en heeft een okerkleurige kraag. Ieder jaar opnieuw word ik erover aangesproken. Wildvreemde voorbijgangers houden mij staande: ‘Mag ik u iets vragen? Waar heeft u die fantastische jas gekocht?’ In het theater word ik ermee gecomplimenteerd door de garderobedame. ‘Zo, die is zwaar. Wat een geweldige jas!’ Bij de HEMA wil het kassameisje weten of hij helemaal met bont gevoerd is. ‘Hij zal wel heerlijk warm zijn.’ Als ik bij Albert Heijn voor de koelvitrine sta, komt een stijlvol geklede man naar mij toe: ‘Ik heb het u altijd al een keer willen zeggen: wat draagt u toch een schitterende jas! U steelt er al jarenlang de show mee.’ Verontschuldigend vertel ik hem dat de mouwranden een beetje sleets zijn geraakt. En dat mijn vrouw er een biaisbandje om heeft genaaid. Hij wenst mij nog jaren plezier van mijn jas. Niet lang daarna sta ik bij de bakker voor ‘een heel gesneden met pompoenpitten’. Twee verkoopsters checken een zojuist afgeleverd reclamebord. Er staat op te lezen dat studenten op vertoon van hun collegekaart 10% korting krijgen. Het universiteitsgebouw staat vijftig meter verderop, vandaar. ‘Wat vindt u van het bord meneer? Is het een beetje duidelijk?’ Ik lees de tekst en antwoord: ‘Ziet er goed uit. Luid en duidelijk. Eén ding is alleen wel jammer.’ Geschrokken willen zij weten wat er aan scheelt. ‘Dat ik geen student ben,’ zeg ik. ‘O, maar u krijgt die korting ook hoor. Omdat u zo’n mooie jas aan hebt.’ Als een gelukkig mens loop ik naar huis, een compliment en een financieel voordeel van € 0,23 rijker.
(c) Frans Lasès 

2 opmerkingen: